Dag 14: Oatman, NV

zaterdag 8 april 2017

Het is nog steeds mooi weer en lekker warm, we kunnen zelfs buiten koffie drinken. We zijn nu op weg naar Oatman, een zogenoemde Ghosttown op de oude Route 66.
Oatman is ontstaan in 1915 toen twee goudzoekers voor 10 miljoen dollar aan goud vonden. Al snel groeide het tentenkamp uit tot een echte stad met 3500 inwoners. In 1924 stopte de belangrijkste werkgever, de United Eastern Mines met haar werkzaamheden en vele trokken weg om in andere mijnen te gaan werken, Oatman overleefde deze crisis dankzij de reizigers op de oude Route 66. Deze liep vroeger over een aantal bergpassen, waaronder de 1113 m hoge Sitgreaves Pass, van Kingsman naar Needles in de richting van Los Angeles. Om de capaciteit van de weg te vergroten maar ook om tijdwinst te behalen is in 1953 de Interstate 40 aangelegd. Al snel bleek dat men liever via de I 40 reed dan over de Route 66. Het werd stil in Oatman en wederom trokken veel bewoners weg. In de jaren zestig kwam er door de romantiek van de Route 66 weer wat leven in Oatman. Tegenwoordig heeft het stadje nog maar 100 inwoners, in de hoogtij dagen waren dat er 10.000. Door verval en leegstand wordt het nu een spookstad genoemd. In de recente jaren is de Route 66 wereldwijd weer behoorlijk in de aandacht gekomen, veel motorrijders hebben deze route op hun bucketlist staan. De explosieve groei van de nabij gelegen gokstad Laughlin, die bezoeken aan Oatman promoot, maakt dat het stadje nu zeer toeristisch is geworden.  
Door de straten wandelen wilde ezels (burros), de nazaten van de pakezels van de goudzoekers van vroeger, die nu door de federale regering beschermd worden.
We rijden via Bullhead City en Laughlin naar het zuiden. We komen meerder casino’s tegen in deze plaatsen, het is er druk maar dat komt waarschijnlijk omdat het zaterdag is. Het is hier bijzonder toeristisch, niet alleen casino’s maar ook veel hotels en campings, zelfs aan de oevers van de Colorado River liggen de strandjes vol. 
Zodra we bij Oatman aankomen staat er een file omdat er een aantal burros op de weg lopen, iedereen wil de ezels fotograferen. De eerste parkeerplaats aan het begin van de Main Street is vol, bussen worden naar het andere einde van de Main Street verwezen. Er blijkt maar één straat te zijn in Oatman en dat is ook nog tweerichtings verkeer, het is de originele Main Street van vroeger en dus heel smal. Omdat niet alleen de ezels op straat lopen maar ook horden toeristen die de ezels willen voeren en fotograferen, staan we eerst een kwartier stil voor we eindelijk stapvoets verder kunnen rijden. Aan het einde van de Main Street is de parkeerplaats ook vol, maar we vinden nog een plekje langs de weg omdat er net iemand voor ons wegrijdt. Alle oude pandjes van vroeger langs de Main Street zijn nu in gebruik als souvenirwinkels, restaurant en bar, er staat niet één pandje leeg. We kunnen bijna over de hoofden lopen zo druk is het vandaag met toeristen. Komt dat omdat het zaterdag is of is het altijd zo druk? 
De ezels lopen gewoon tussen de toeristen door, in bijna elke winkel is voer te koop dus die ezels, beslist niet dom, staan gewoon te poseren voor die toeristen, in ruil voor wat eten. Ze lopen zelfs de winkels in omdat ze ook daar weten waar de koekjes staan. Het mijn-museum blijkt maar één doodlopend gangetje te hebben van 10 meter, en de Jail is nu een juwelier. Dit hele spookstadje is één grote fancyfair en heeft niets te maken met een ghosttown en historisch gezien dus zonde van je tijd om naar toe te gaan.
We hebben het er al gauw gezien en willen weg, maar het is nog een hele tour om met die grote camper dezelfde Main Street weer terug te rijden. Twee uur later zijn we terug op de highway en rijden we naar het noorden richting Valley of Fire State Park in Nevada, staat nummer 9. In Nevada rijden we door de woestijn en is het asfalt van de highway zo verbleekt door de zon dat het bijna wit is. Het is flink gaan waaien en we hebben soms moeite om de camper op de weg te houden, maar zodra we op de interstate zitten wordt het makkelijker. 
De interstate gaat echter dwars door Las Vegas heen, was het in de woestijn heel stil, zodra we in de buurt van Las Vegas komen wordt het heel druk. Het kruispunt van snelwegen ligt bijna midden in het centrum, net achter Fremont Street. Zodra we op de goede snelweg zitten en de stad achter ons laten wordt het weer heel stil en zitten we weer in de woestijn. We komen om zes uur bij Valley of Fire State Park aan, waar binnen het State Park twee campings liggen. We hebben pech, we zijn te laat, de campings zijn vol. We rijden door het State Park naar de noordkant waar we vorig jaar op een kleine stadscamping hebben gestaan in Overton. Voor we bij Overton aankomen zien we langs de weg een stuk of veertig campers verspreid over een paar grote vlaktes staan. 
Dit blijken Public Lands te zijn in beheer van het Bureau of Land Management. Hier mag iedereen gratis kamperen, het hele jaar door. Dit is net zo makkelijk voor ons, we hebben toch alles aan boord. We zoeken een vlak plekje en omdat de wind inmiddels bijna een storm is geworden, zetten we de camper met de kop in de wind zodat we er het minste last van hebben, zo staat de camper niet zo te schudden. Terwijl de wind om ons heen giert, koken wij een lekker maaltje en gaan dan onder het genot van een kop koffie aan de slag met de blog en de foto’s van vandaag. Te windy om buiten te zitten, geen dag of avond is hetzelfde!

                                                                                                               
Vandaag gereden: 226 (363 km)
Camping: Poverty Flats – Public lands (BLM) – Overton, NV



Geen opmerkingen:

Een reactie posten